Ipso Facto verricht sinds halverwege de jaren ’90 van de vorige eeuw onderzoeken om de leef- en woonwensen van mensen met een verstandelijke beperking in kaart te brengen. Gedurende deze periode is samen met de instellingen een methode ontwikkeld om de leef- en woonwensen van de doelgroep op een gestructureerde en effectieve manier in kaart te brengen. Hiervoor is de zogenoemde aspectenbenadering ontwikkeld. Het dagelijks leven wordt zoveel mogelijk opgedeeld in verschillende onderdelen of aspecten. Gedacht moet worden aan aspecten als de woonomgeving, de kenmerken van de woning, de groep, het welbevinden en eventueel de dagbesteding en de vrije tijd. Ipso Facto heeft een vragenlijst ontwikkeld waarin al deze aspecten aan bod komen. Per aspect kan aangegeven worden wat wenselijk en wat niet wenselijk is en, in termen van de cliënt, wat de cliënt belangrijk en leuk vindt en wat hij/zij niet leuk of fijn vindt.
Naast een vragenlijst gericht aan de cliënt zelf, is er ook een versie voor de vertegenwoordiger en de persoonlijk begeleider van de cliënt in kwestie. Door de visie van de verschillende betrokkenen naast elkaar te plaatsen wordt een meerdimensionaal beeld verkregen van de gewenste situatie en kunnen voor- en nadelen tegen elkaar worden afgewogen. Een belangrijk voordeel van deze methode is dat personen min of meer gedwongen worden om alle facetten los van elkaar te beschouwen.
Werkwijze Leef- en woonwensenonderzoek
Samen met de opdrachtgever wordt de basisvragenlijst verder aangepast aan de eigen wensen. Wellicht zijn niet alle aspecten even relevant, of wordt gekozen voor een verkorte vragenlijst. Ook kunnen vragen of stellingen worden toegevoegd die betrekking hebben op de specifieke situatie. Nadat de vragenlijst is vastgesteld wordt deze verspreid onder de cliënten, vertegenwoordigers en persoonlijk begeleiders. Dat kan in de vorm van interviews, maar ook schriftelijk, via e-mail, of door een online-versie op internet te plaatsen. In dat laatste geval krijgen de respondenten een e-mail met een link naar de vragenlijst en een persoonlijke inlogcode. Het voordeel daarvan is dat de cliënten, vertegenwoordigers en begeleiders met een muisklik kunnen beginnen met het invullen van de vragenlijst. Het is gebruikelijk dat het verspreiden van de vragenlijsten door de opdrachtgever gebeurt. Het retourneren van schriftelijke vragenlijsten kan rechtstreeks aan Ipso Facto met meegeleverde antwoordenveloppen. Ipso Facto voert de formulieren in en zorgt voor de analyse en rapportage. In overleg met de opdrachtgever kan hiervan uiteraard worden afgeweken.
Resultaten leef- en woonwensenonderzoek
De resultaten van het leef/woonwensenonderzoek kunnen worden onderverdeeld in resultaten op individueel cliëntniveau en resultaten op populatieniveau. Op individueel niveau worden de resultaten vastgelegd in een persoonlijk dossier. Daarin worden de antwoorden van de cliënt zelf (indien deze heeft kunnen meewerken aan een interview), van de ouders/vertegenwoordigers van de cliënt en van de persoonlijk begeleider op een overzichtelijke manier naast elkaar gepresenteerd. Op die manier wordt een meerdimensioneel beeld van de leef- en woonwensen op individueel niveau wordt verkregen. De resultaten op populatieniveau worden beschreven in een onderzoeksrapport. Daarin wordt ingegaan op de kenmerken van de groep bewoners (en/of toekomstige bewoners), de ondersteuningsbehoefte en de geaggregeerde wensen met betrekking tot de woning, woonomgeving en (indien gewenst) vrije tijd en dagbesteding. Indien van toepassing kan ingegaan worden op de verwachte ontwikkeling van de populatieomvang en de gevolgen daarvan voor de woon- en leefwensen. Dat kan bijvoorbeeld relevant zijn indien er nieuwbouwplannen zijn en het woonwensenonderzoek ook wordt gehouden onder cliënten die mogelijk geïnteresseerd zijn om bij de instelling te komen wonen na realisatie van de nieuwbouw.
Voorbeeld Persoonlijk Dossier